Wij, Homo Sapiens.

Het is mijn grootmoeder aan vaderskant, inmiddels vijfennegentig, die mij onlangs vertelde over dit boek: 'Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid', van Y.N. Harari. Op haar levenseinde is ze stellig overtuigd dat de mens tot in hart en nieren slecht is, tot in zijn diepste essentie, alleen maar duister. Het komt door DNA, vervolgt ze, wat de ondergang wordt van de mensheid. Ik heb een goed leven gehad en ik ben blij dat ik er straks niet meer ben, zo eindigt ze. Als trouwe nieuwsvolger snap ik dat ze alsmaar versteld staat van de sinsiter trekjes in de mens. Alle schrikbeelden, gruwels, agressie, oorlogen en dan spreken we nog niet over politieke dwaasheid en dwalingen alom. Niet voor niets ben ik vijfentwintig jaar geleden gestopt met naar nieuwsberichten luisteren. Het maakte me mismoedig, het verharde me in zekere zin. Het zou mijn mensbeeld, net als bij haar, fatalistisch gemaakt hebben. Het is niet zo dat wereldnieuws me niet interesseert, gedoseerd pik ik berichten op. Nieuws verbeeldt slechts een deel van de werkelijkheid; vooral dat deel dat inspeelt op de drama-gevoeligheid van ons ras. Homo Sapiens gaat aan bij conflict, drama en manipulatie. Ik ben niet doemdenkend om te geloven dat straks alle leven stopt met het instorten van het imperium van de Sapiens. Ik zie veranderingen, ik meen zelf een volgend stadium te bemerken. De Homo Universalis overstijgt het drama in een groter bewustzijn, van wat de mens nog meer kan zijn, anders dan een manipulatief, bloeddorstig, machtswellustig en ruziemakend wezen.
Homo Sapiens, ons allemaal, is 'tout sec' de dodelijkste mensensoort uit de geschiedenis. Sapiens heeft een agressieve aard die zich ongewoon snel over de aarde verspreidde, een spoor van dood nalatend. Nadat het eerst massa's dierensoorten uitmoordde, richtte het zich dan naar een zestal gekende mensensoorten waaronder de Neanderthaler. Deze verdween uit beeld nadat het Sapiens-ras uit Afrika binnendruppelde, koers nemend naar Europa en Azië en hierbij de bestaande populaties overnam. De Sapiens ontpopte zich als een seriemoordenaar die grofweg de helft van de grote dieren op aarde uitroeide totdat een 30.000-tal jaar geleden één soort mensachtige op aarde overbleef. Het moest de overschotten aan agressie kwijt door moordzucht verder uit te leven op de eigen soort, dus tegen andere Sapiens-groepen. Nog steeds, zet het regelmatig, overal en om de haverklap, kleine en grote conflicten in gang, vindt wapens uit die de mensheid kunnen vernietigen en beslecht zich in wrede oorlogen die alle landen van de wereld meeslepen. Dit ras bevuilt het eigen nest tot op een punt de eigen planeet te vernietigen. Dat maakt de Sapiens tot grootste nachtmerrie van het eco-systeem. Een ongeziene bezitsdrang en driften waarbij macht en overheersen de grootste drijfveren zijn, richt het ten gronde. Geen mooi spiegelbeeld dat Sapiens ons voorhoudt.
De Homo Sapiens, wat intelligente mens betekent, was in zijn mentale ontwikkeling in staat om informatie over te brengen over dingen die in het echt niet bestaan. Een uniek kenmerk van de Sapiens taal was het vermogen om over fictieve dingen te praten zoals legende, mythen, goden en religies. Dergelijke imaginaire realiteiten gaven ons ras het unieke vermogen om flexibel samen te werken in grote aantallen, wil zeggen, dingen die we allemaal vinden dat het zo is of zo moet. Imaginaire realiteit kan van alles zijn, als de groep er maar in gelooft. Essentieel is dat het geloof leeft binnen de groep, een bepaalde groepscultuur versterkt want met z'n allen ben je nu eenmaal tot meer in staat dan alleen. Sapiens kon zijn sociale structuren, de aard van zijn onderlinge contacten, economische activiteiten en allerlei gedragingen binnen een decennia of twee totaal veranderen door mentale manipulatie. Sapiens besteedde sinds de agrarische revolutie alle tijd en energie aan het manipuleren van de levensloop van dier- en plantensoorten. Het effect van deze agrarische revolutie was dat planten en dieren van gelijkwaardigheid veranderden in bezit. Evengoed werd het volk door manipulatieve denkwijzen en gedragscodes een vorm van bezit van het economisch systeem.
Geen enkel ander dier dan Sapiens dreef handel, gebaseerd op fictie en vertrouwen. Daar waar natuurlijke orde een stabiele orde is - er is geen enkel risico dat de zwaartekracht morgen niet meer werkt, zelfs niet wanneer mensen er niet meer in geloven - loopt een imaginaire orde altijd de kans dat het instort, omdat het in stand gehouden wordt door waanvoorstellingen die kunnen verdwijnen wanneer men er niet meer in gelooft. Er moet permanent gewerkt worden om de imaginaire orde te handhaven. Media is hier geniaal in.
De menselijke neiging tot onenigheid, het uitlokken van intense emotionele situaties en zich uitsloven in theatrale reacties is dus genetisch bepaald. Drama zit vastgeroest in het DNA van de Homo Sapiens. Er is een groot verlangen om intense gebeurtenissen te verbeelden en te begrijpen. Gedachte en emotie zijn twee kanten van dezelfde medaille. Beide werken via algoritmes, niet veel anders dan computersystemen. We vertellen elkaar verhalen die we aannemen, we maken onszelf dingen wijs. We geloven verzinselen van media, we houden vast aan onze eigen verzinselen, soms een leven lang. Ons brein is continu op zoek naar wat het (her)kent en naar wat in ons straatje past. Op die wijze dwalen we in dit leven, vaak in zelfde kringen en steeds weer in gelijkaardige rondjes. We zijn een zelf-vervullende profetie, verwachting of voorspelling die zichzelf waarmaakt door de gedragingen die ze zelf oproept. Als iemand gelooft dat iets zal gebeuren, kan die persoon zich zo gedragen dat de kans groter wordt dat die gebeurtenis inderdaad optreed en dan zegt het: zie je wel, ik dacht het goed of ik voelde het juist. We geloven onze hersenschimmen, zijn gek op drama plus het uitlokken van intense emotionele situaties rondom een spil van innerlijk conflict.
Hoe geringer het bewustzijn, hoe makkelijker we klakkeloos aannemen wat gezegd wordt, vormen oordeel over opinie en worden zo deel van een verhaal. We bekritiseren, debatteren of bewijzen onze conclusies. In groeiend bewustzijn raken we in de war, merken tegenstrijdigheden op, ontdekken denkfouten, ervaren de wispelturigheid emoties. We nemen onze gedachten niet serieus mee, nemen emoties waar als kortstondig signaal om het te laten voorbij waaien, daar waar we eerst geneigd waren primaire emoties te verdrinken in gevoelsmoerassen. In groeiend bewustzijn beseffen we dat we gedachten en emoties hebben, ze niet zijn. We steken minder energie in het bevechten van bedenkingen, aan ieder zijn waanzinnige waarheid. We zien in dat we continu gemanipuleerd worden, in ieder milieu, beweging en tak, waar we ons ook moge bevinden op deze aardbol. De eerste impuls is losraken van het systeem, het eventueel te bevechten door anders te doen van wat gangbaar is. Dat protest slinkt in een toenemend bewustzijn dat rust vindt in wat er is. Stilte.
(wordt vervolgd)
Mademoiselle Marteaux