Min of meer geheeld.
Bestaat er zoiets als een goed
mens en een slecht mens? Ik dacht toen van wel. Ik denk nu van niet. Voor mij
zijn er meer of minder geheelde mensen. Er zijn mensen die een gering trauma
meedragen. Anderen kregen hun portie kwetsuur te verduren, zijn inmiddels met
zichzelf aan de slag gegaan en genezen hierbij oude wonden. Ze pakken het gemis
aan erkenning aan, door zichzelf vooreerst te gaan erkennen. Of vullen de
knagende leegte in zich op met dingen die er echt toe doen. Ze bouwen een
duurzame relatie op met het eigen ik. Herstellen de verbinding waar ze dan ook
oprecht blij van worden. Ze komen in het reine met wie ze zijn, met mensen om
hun heen, met de wereld. Zelfheling brengt balans en dat voelt prettig voor
zowel de insider als de buitenstaander. Er zijn helaas ook mensen die hun
trauma niet begrijpen. Ze blijven geblesseerd door een decennia oude maar nog
steeds gapende wonde in hun hart, waar ze maar niet bij kunnen. Nog anderen
weten wel beter, durven dan weer hun pijn niet onder ogen zien. Bijgevolg gaan
ze hun onopgelost leed uitleven in relaties, op hun werk, binnen de familie of
elders. Ze spuwen hun venijn uit onverzorgde interne verwondingen te makkelijk
op de ander. Ze worden gepijnigd en doen zelf mensen pijn. Daarom zijn het geen
slechte mensen. Trauma doet ons vechten, vluchten, volgen of versmelten. We
reageren allemaal verschillend op kwetsuur. De tere ziel lijkt dan ineens een hertje
met hangende pootjes die het eigen hartzeer weemoedig bekreunt. Het zwak
begrensde vogeltje verslapt zich in het willen plezieren en behagen, vooral van
anderen. De roofzuchtige wolf vecht om te winnen. De haas haastig op de vlucht,
blijft zoeken, zoeken en nooit echt vinden.
Zelfs de grootste horror op het nieuws lijkt voor mij niet anders dan het botvieren van trauma op hoog niveau in een coalitie van monsterachtige intelligenties, piramidaal grote ego's, verziekte breinen en vlijmscherp scherven van gebroken harten die alleen nog wraak begrijpen. Zoals in overvliegende bommen over Kiev. Zoals schoten door kinderharten op de Gazastrook. In al het koudbloedige, het bloeddorstige, de bloedbaden heeft eerst een voornaam hart gebloed. Als trauma onnoemelijk groot wordt, barst en breekt uiteindelijk het hart. Een gebroken hart verbrijzelt andere harten. Slechte leiders hebben hun gebroken hart omkapseld in een bolvormig projectiel met ontiegelijk veel springlading. De oorlog die ze onophoudelijk buiten voeren, is de oorlog die in hun emotioneel lijf nog steeds woedt. Maakt hun dat tot slecht mens?
Er woedde in mij ook een oorlog. Nu ik halverwege de top van de berg ben en het dal minder hard aan me trekt, kan ik zien dat we kwetsen als we zelf nog gekwetst zijn. We worden koud in ons doen, omdat ons hart verkouden raakte. We zijn hard, als het leven hard voor ons is geweest. We verwijten anderen wat we zelf niet oplost krijgen. We zijn jaloers op hetgeen we zo graag willen en niet bij kunnen. Als we onhandig in het wild slaan, harde woorden gebruiken of ons lullig gedragen, vinden we soms geen andere manier om aandacht te trekken. Omdat we iets nodig hebben wat we onszelf op dat moment niet kunnen geven. Onmacht maakt van ons een stampvoetend kind die geen raad meer weet met zichzelf. Gekwetste kinderen schreeuwen in volwassen lijven nog steeds om aandacht. Ze behoeven begrip. Veiligheid. Erkenning. Troost. Hulp. Hoop. Omarming. Liefde. Als heldere ogen doorheen de zielendiepten tot in het gekwetste hart raken om daar alle opzetting door te prikken, zien we plots in dat zogenaamde slechte mensen in hun kern niet slecht. Zelfs de ergste niet. Onmacht te kunnen zien, verzacht. Dan is een hard gebaar plots niet zo hard meer, een luid woord klinkt minder luid en je armen reiken spontaan uit naar een opgegroeid gewond kind dat maar één iets van jou verlangt: meevoelen. Ik hoor jou, ik zie jou, ik voel jouw pijn, ik herken jou in mij en erken jou zoals je bent. Ik wikkel je in de warme mantel van liefde, zoals ik mezelf ook omhulde. En je kan wel tegen me te keer gaan, het raakt me niet meer zodanig. Ik begrijp ondertussen beter hoe het werkt met trauma in mensen. Als ik hard word, dichtklap, wegvlucht, emotioneel ben, jaloezie voel, ga twijfelen… begrijp je mij dan ook? De wereld is niet slecht. De wereld is voldrongen van trauma en doordrenkt van tranen, verbitterd in opgekropt gal en verkrampt in hartzeer. Omdat we als kind in een door leed verharde wereld, al het zachte het meest van al gemist hebben. Als we de wereld willen helen. Helen we dan eerst het kind in ons. In liefde. Met elkaar.