Durf te leven.
Wat zie ik jonge kinderen zin hebben in het leven! Ze bloeien open in hun spontane en speelse in dit leven. Ze leven zoals het volgens mij bedoeld is. Om op te lichten. Als ik kan doen waar ik blij van word, voel ik me oplichten. Niet dat ik donkere kantjes ontken of schaduwzijdes verzaak. Maar als ik oplicht, ontstaat er in mij zoveel goede energie. Als ik me energiek voel, kan ik het leven makkelijk aan. In het oplichten voel ik dat het leven zin en betekenis krijgt. Voor de burn-out was ik jaren in overspanning. Uitputting keek me streng aan, vroeg een vraag waar ik geen antwoord op wist: Wat heb jij nodig om op te lichten? Het herhaalde die vraag: Waar licht jij van op? Wist ik veel waar ik van oplichtte, daar was ik nooit mee bezig geweest. School vroeg me als kind niet waar ik van oplichtte. Ik deed gewoon wat gevraagd werd. Hoe beter dat lukte, hoe hoger mijn punten. Ik lichtte eventjes op van beloningen, al voelde ik me slecht vanbinnen of was ik bekaf in de aanloop naar een prijs. Zo werd ik voorbereid op het werkleven dat niet voor de lol zou zijn want plezant is vrije tijd. In die bittere ernst verloren mijn rode krullen hun glans. Ze werden kastanje geverfd om het flamboyante te onderdrukken. Werk vroeg ook al niet waar ik van oplichtte. Achteraf gezien kan ik dankbaar buigen voor het afgepeigerd raken. Het floot mij noodgedwongen terug om de overtrekking van mijn vonk aan te kijken. Na twee jaar hersteltijd en een enkele antwoorden verder op de ultieme oplicht-vraag, neem ik voortaan met een dikke korrel zout waar wij collectief mee bezig zijn. Die bittere ernst! Overleven is onmogelijk de bedoeling van het leven. Dat is ooit wel geweest, hoeft niet meer. Kijk naar ons lichaam. We zijn ontworpen om te genieten. We hebben een heerlijk zacht lijf meegekregen vol van lichtcellen die ons jonger doen uitzien als we van binnenuit oplichten. Ik zie het letterlijk voor de spiegel gebeuren. Als ik me lekker voel in mijn vel, onderga ik een instant verjongingskuur, dan gaat direct tien jaar van mijn leeftijd af.
Waar ik van oplicht? Als ik tot vrije expressie kom. In het eren van mijn lichaam. Als ik vrijuit kan schrijven. Als ik vrij. Als ik als volwassene speel. Als ik oprecht spreek. In gesprekken die over iets gaan. Verbinding voel. Allerlei dingen kan creëeren. In educatie en in talentenjacht. Als mijn doen dienend is voor m'n eigen of andermans groei. Als een traan over een wang biggelt of het hart opent in een massage die ik graag geef. Als ik schoonheid kan toevoegen aan het alledaagse. Als ik toewijding voel in de mijn meest eenvoudige doen. Als ik Ja zeg tegen iets dat mij enthousiasmeert. Dan straal ik. Dan leef ik. Ook al snapt logos er weinig van of vindt die daar iets van. Kinderen barsten van die oplichtende levenskracht. Ze zitten vol met CHI-energie. Het bruisende in hun levendige blik, het dansende in hun krullen, de glans in hun pretoogjes, het ondeugende in hun sproetjes. Ik heb helaas weinig collega's gekend die lichtgevend waren. Zo muurvast in hun hoofd. Uitgedoofde levenslust. Vastgeroest in vooroorlogse tradities, vasthoudend aan hard autoritair gedrag. Dat iedereen recht heeft op goed onderwijs kan ik alleen maar bejubelen zolang de kern niet enkel draait rond de verbreining van ons ras. Ik meen te voelen dat het sombere best vertegenwoordigt is in de opgegroeide mens. Ons oplichten lijkt binnenstebuiten getrokken in lichtpuntjes opzoeken buiten onszelf. Het volwassen denken houdt aan dat leven keihard werken is om voortvarende lichtpuntjes te verkrijgen. We werken meestal niet omdat het mag maar omdat het moet. To pay the bills. Of we voldoening beleven aan ons werk, lijkt bijzaak. Of onze talenten waarlijk benut worden, een onbeduidend detail. Of we energie krijgen van werken, van ondergeschikt belang. Doorslaggevend is het systeem draaiend te houden zodat economie blijft rouleren in maakbaar geluk. We leven in een geluksmaatschappij die welvaart meet aan de diepte van ons zwembad, de lengte van onze auto of een ton volgers op facebook. Vermogen lijkt de geluksmeter van een doordrammend maatschap met welbevinden als streefdoel, ook al klimmen grafieken opwaarts in toenemende depressies. Depressie die mij wakker schudde uit de systematische draaimolen van maakbaar en meetbaar geluk. Wat heeft het voor zin om te streven naar lichtpuntjes als je uiteindelijk weer thuis aankomt in jezelf waar het te leeg of te donker voelt om daar graag te zijn. We zijn collectief aan het versomberen in het verlies van besef dat geluk van binnenuit komt. Dirk De Wachter zegt in zijn boek 'De kunst van het ongelukkig zijn' dat streven naar geluk als levensdoel een vergissing is. Streven naar zin en betekenis is waar het leven om draait. Wat voor mij alles te maken heeft met oplichten want Zin doet leven.
Als ik niet kan doen waar ik blij van word, versomber ik. Als ik versomber, vraagt dat veel energie. Als ik me slap voel, kan ik het leven moeilijk aan. Na mijn uitval hield ik scholen voor bekeken, tot respijt van kinderen die geconsumeerd door het schoolse weinig voelen oplichten achter die schoolbanken, want school is niet bedoeld om leuk te zijn. Huiveringen haalden het niet van het ingeroest enthousiasme in mijn rosse krullen waarin het leven samen met mij blijft dansen, ondanks alles. School blijft trekken. Het zijn de kinderen die hun dagen in 'zit en zwijg' modus verkwanselen aan teveel studietijd. Achter de lessenaar, levend van pauze naar pauze terwijl ze met de dag meer vergeten wie ze zijn. Ik ga ervaren hoe korte vervangingen uitpakken. Tegen de tijd dat het schoolteam in de gaten heeft dat lessen plezierig kunnen zijn, dat ik het lesgeven te bont inkleur. Tegen de tijd dat ik een uitbrander krijg en dringend verzocht wordt te volgen, ben ik weg. Het magische kind in mij gaat van school naar school om samen met kinderen te beleven dat we bedoeld zijn om van binnenuit op te lichten. Nee, ik ga het systeem niet veranderen. Ik ga volwassenen niet ompraten. Ik ga niet rebelleren tegen het onderwijs. Dat is niet langer mijn streefdoel. Delen waar ik van oplicht, is het.
Durven we echt te leven? Gunnen wij ons voluit te gaan? Kunnen we die kritische stemmetjes die zeggen dat iets niet hoort of past in slaap te wiegen om ons te laten marineren in de volheid van het leven. Durven we vertrouwen op de aantrekkingskracht die ons doet oplichten, daaraan toe te geven? Als we Ja voelen, hebben we het lef om van daaruit keuzes maken zonder dat rede zich er altijd mee bemoeit? Als we het enthousiast verlangen niet voelen of als we over onze intuïtie heen walsen door erover na te gaan denken omdat we zo geconditioneerd zijn door logica dat dat de stem is die we soms het luidst horen, kunnen we het geduld opbrengen tot het antwoord uit de onderbuik zich duidelijk laat horen? Er is geen grijze zone... een twijfelgeval is Nee. In open vragen kan het lastig zijn om een helder antwoord te voelen. Mij helpt het om open vragen te verkleinen tot Ja en Nee vragen. We hebben geleerd om levenskeuzes te maken met ons verstand, maar verstand begrijpt alleen wat het al kent, terwijl ons lijf ons richting kansen leidt die we niet eens hadden kunnen verzinnen, maar wel meer in lijn zijn met onszelf en meer voldoening brengen. Leef!
Mademoiselle Marteaux