Ik denk niet, dus ik ben.
Hoe meer de jaren verstrijken
hoe minder ik op zoek ga naar weetdingen. Ik bezoek minder vaak de bibliotheek
aan boekenwijsheid die ik met de tijd verzamelde. Grote woorden van wereldwijde
spirituele leiders neem ik tegenwoordig met een korreltje zout. Trainingen
dichtbij en verderop zijn allemaal leerzaam. Therapie helpt me nog met het
loswinden van vastgeroeste gedachtenkronkels. Een innerquest geleid door een
grote naam bij de Gizeh piramiden, een Ayahuasca trip met echte indianen in de Amazone
of een camino tussen acht bergen die tot in je ziel weerklinkt. Het zijn levensveranderende
reizen die mensenlevens tot ommekeer brengen. Ik vind ze schitterend. Ik geniet
ervan. Het helpt ook mij verder met mezelf. En toch.
Hoe meer de jaren verstrijken hoe minder animo ik voel voor deze vormingen. We kopen grote ervaringen om uit de voeten te kunnen met de wandelende dilemma's die we zijn geworden. Intussen zoeken we het geluk soms zo ver. Betalen er flink voor. Ik besef dat helen eenvoudiger kan in het alledaagse dichtbij thuis. Een schommel is voor mij nu effectiever dan gesprekstherapie. Kleine kinderen en dieren zijn mijn grootste leermeesters geworden. Als ik naar ze kijk, zie ik zoveel dat mij helpt met beteren. Eenvoudigweg in vrijuit spelen bijvoorbeeld. Ik heb vier kinderen en poeh zeg, wat een werk is dat. Maar meer dan werk alleen, zijn ze mijn zegen. Mijn gratis therapie. Mijn nakende kuur. In het spiegelen van mijn onvolkomenheden vragen zij om bij te schaven. Maar vooral in hun spel genezen ze mij. Ze houden me weg van al het peinzen en tobben. Mijn twee jongste kinderen steunen nog op die essentiële pilaren van ons bestaan: genoeg rust, goed eten, veel knuffelen, creatief uitleven, vrij bewegen, ongeletterd zingen en uitgelaten spelen. Als ze lekker in hun vel zitten, met veel gelach. Dan kun je denken, spelen dat is niets voor grote mensen. En toch.
Als ik op de schommel voor het hoogst ga, dan denk ik niet na. Als ik mij in bad wentel in het schuim, dan denk ik niet. Als ik geniet van een lange knuffel, denk ik niet. Als ik vrijuit beweeg in dans, denk ik ook niet en als ik mij voor even verlies in een creatieve uitspatting, denk ik evenmin. Dan word ik opgezogen in die irrationele sfeer en ben ik gewoon. Ik ben dan en ik voel. In dat volledig mogen zijn en voelen, heb ik ontdekt, ben ik gelukkig. Zoals volwassenen gedroeg ik mij in levenshaast en bitterernst netjes als het hoorde. Tot ik voorbije zomer vanop de bank zat de kijken naar mijn spelende kinderen op het speelplein zonder verder een meerderjarige op het veld, nam ik de schommel naast mijn dochter en dat voelde zo fijn. Toen ging ik op de glijbaan, hing ik aan het klimrek, probeerde de wip. We hadden dolle pret met uren erna nog napret. Ik ontmoet steeds meer grote mensen die opnieuw willen leren spelen. Zoals laatst bij de les over contactimprovisatie.
Cogito Ergo Sum zei een voorname grondlegger van onze westerse cultuur: Ik denk dus ik ben. Als ik Descartes' zelfportret erbij haal in die pretentieuze blik, begrijp ik waarom ons volk op dit moment zwaar overspannen is. Dan snap ik ineens waarom we samen afgedwaald zijn. Alsof rationaliteit ons bij onszelf brengt. In overmatig denken verlies ik mijn geheel. Is Descartes de grondvester van een collectieve burn-out? Generaties aan kromdenkers? De omgekeerde beweging van steeds meer volwassenen die zich verlossen van de maalstroom zullen eerder zeggen: Ik denk niet, dus ik ben.
En vooral, ik speel.Want als mijn dochter van tien de slappe lach krijgt en we niet anders kunnen dan in haar uitgelatenheid mee gieren zonder te weten waarom, dan ben ik. Het lachen herinnert me vooral dat ik het leven luchtig mag nemen. Het haalt me uit de piekermodus naar die luchtige sfeer. Als mijn zoon zich uitleeft in vrije dans op het tapijt, kan ik niet anders dan in zijn enthousiasme die onbedachte dans meedansen. Dan voel ik aan mijn lichaam dat ik vooral dansend door het leven wil. Als mijn lijf beweegt, dan ben ik. En als mijn jongste niet genoeg krijgt van speeltoestellen, herinner ik me die kriebel in mijn buik tijdens het schommelen. Sinds ik voorbije zomer ga ik met haar op de schommel en voel dat speelkriebels me blij maken. Of er volwassenen bijzijn of niet maakt niet uit want ik bevrijd me stapvoets van verwachtingen. Spelen is leven, weet ik van kleine kinderen. Leven is spelen voor kleine en grote mensen, samen. We denken dan niet, we zijn gewoon. Gewoon mens.