Het hart openen.
Ik ga een verhaal vertellen over het vinden van de sleutel om het hartslot te openen. Ook mijn hart was op slot. Het ging heel lang geleden op slot omdat het leven te hard voelde voor mij. Ik kan me nog herinneren dat ik als vierjarige vanuit een hoekje op de speelplaats met wijde ogen en open mond naar al die kinderen keek die ik niet begreep. Ik begreep niet waarom ze zo luid waren. Ik snapte niet waarom ze zich brutaal gedroegen. Ik raakte niet wijs uit de wijze van vriendschap onderhouden. Dat betekende dat je de andere moest behagen en als dat niet lukte, was je geen vriend meer. Ik verstond niet veel van vriendjespolitiek. Wat mij warm maakte, liet een ander koud. Bijgevolg was ik veel alleen. Ik weet nog dat ik in dat hoekje op de uitkijk stond, zoals ik daar acht jaar lang op de uitkijk zou staan. Ik begreep weinig van mensen. Mijn open hart schrok elke dag opnieuw. Bij elk schrikken, keerde het zich naar binnen in de schaduw tot het uiteindelijk op slot ging in de overtuiging dat het leven hard was, bang makend en vermoeiend. Drie algoritmes werden het cijferslot van een gesloten hart dat wel vriendelijk bleef tegen mensen, ondersteunend en instemmend, toch hen alert aan de oppervlakte hield.
Voor zeer gevoelige mensen met een grote aantrekkingskracht voor fijnheid, zachtheid, schoonheid, en intensiteit die in een tegengestelde beleving het hart op een kiertje houden, is er heuglijk nieuws: het hart kan ontgrendeld. De overtuiging kan vernieuwd. Hard, bang en moe zijn slechts eigenschappen die ik bij mijn ouders had gezien als hun overlevingsmodus. Op school had beleefd als mijn overlevingsmechanisme. Wat aangeleerd is, kan afgeleerd worden. Cranio sacraal therapie helpt mij om in gesprek te gaan met mijn hart. Er zijn vast andere manieren om bij de kern te geraken. Hypnose bijvoorbeeld. Voor mij werkt cranio ongelooflijk goed vooral door de click met de therapeut. In haar zonder oordeel zijn, durf ik me blootgeven.
Ik heb eerder een column geschreven over ontknopingen van het hart. De tweede sessie gaan we een stap verder. We maken verbinding met het hart. Een hart dat beladen voelt door die drie kernwoorden waar we al snel achterkomen. Voor het eerst wordt ik bewust van wat mijn hart op slot houdt: hard, bang en moe. In die volgorde. Het leven is hard, maakt me bang en daar word ik moe van. In verbeelding staan m'n opvoeders links van me. Je hoort de opdracht komen: stuur die overtuigingen die niet bij jou horen terug van waar ze komen. Het lukt me niet. Kinderen blijven loyaal aan hun ouders. Al geloven volwassenen kinderen dat ze na al die therapie de emotionele navelstreng echt wel doorgeknipt hebben. Dus niet. Althans, niet voor mij. Het lukt me niet om het pakketje ellende aan mijn ouders terug te geven. Na een moment van stilte besluit ik het aan de hemel te geven. Want als iets doodgaat, gaat het naar de hemel. Klus geklaard, zou je denken. Niets is minder waar. Vreemd genoeg voel ik me gehecht aan dat pakketje overlast. Ik raak in spagaat want natuurlijk wil ik van drie musketiers af die veel te graag strijd leveren met de wereld. Tegelijk ben ik eraan verknocht. Het zijn mijn musketiers die mij beschermen tegen de wereld. Wat als ik ze opgeef? Wordt ik in mijn kwetsbaarheid neergehaald door het leven? Omdat ik vriendjespolitiek nog steeds niet begrijp? Omdat wat mij warm maakt, andere koud laat? Omdat mensen voor mij vaak te snel en te luid zijn? Wat moet ik zonder mijn gewapend trio? Wat houdt je tegen om ze los te laten, vroeg mijn therapeut. Leegte, zei ik. Als wat ik gewend ben weggaat, blijft er alleen nog leegte over. De grote leegte is nog enger dan een niet-helpend vulsel. Het grote werk is nu het aanvaarden van de leegte, van kwetsbaarheid, van het niet-meer-weten.
Omdat mijn midlife crisis mij met de rug tegen de muur houdt, besluit ik de grote sprong te wagen. Ik weet inmiddels dat mijn hart bedoeld is voor lichtheid. Ik zeg mijn musketiers vaarwel en stuur ze naar de hemel. En weet je wat er gebeurt? Ineens is er een zee aan ruimte in mijn ontgrendeld hart. Er komt een klein kind aangewandeld die midden in mijn hart gaat zitten. Ik voel dat ik het ben. Weet je wat er dan gebeurt? Er komen vlinders in mijn hart. Een heleboel fladderende vlinders waar de kleine meid vol bewondering naar kijkt. Het wordt een plek van fijn vertoeven. Een plek voorbestemd voor lichtheid. Nu kan je zeggen dat dit weer één van mijn zovele fantasieën zijn. Dat kan. Ik voel liever vlinders in mijn open hart dan een gesloten hart bewaakt door musketiers. Als het nieuw geloof van mijn bevrijd hart is dat het leven meer zacht, luchtig en energiek kan zijn als vlinders, dan kan het leven voortaan een vrolijkere plek worden die gevoelige zielen aantrekt die niet zozeer aan vriendjespolitiek doen, die net als mij warmlopen voor die dingen, die net iets trager zijn en stiller. Wat met de andere mensen? Die mogen er zijn zoals ze zijn. Ik behoef niet langer bij een clubje te horen. Ik knik vriendelijk goedendag, voel ik me evengoed met ze verbonden. Als zijnde mens.
Mademoiselle Marteaux