Het drama van meer lief.

Er zijn culturen die feestvieren als de man er een vrouw bijkrijgt. In polygynie is het vanzelfsprekend dat een man over meerdere vrouwen beschikt. Denk aan Marokko, Egypte, Pakistan of India. Polyandrie is een meer zeldzaam fenomeen. Het komt niet veel voor dat een vrouw vanuit cultuur er meer mannen op aanhoudt. In sommige Tibetaanse culturen heeft een vrouw meerdere mannelijke huwelijkspartners, alsook in delen van Nepal en Sri Lanka. In gemeenschappen zoals de Toda en N-Khan in India is polyandrie een historisch gebruik. Die keuze is vaak een praktische overweging: in heel arme culturen heeft de vrouw meer mannen nodig om hun gezin te onderhouden. In rijkere culturen kunnen mannen meerdere vrouwen verzorgen. In afgelegen Afrikaanse stammen houdt de man er meerdere vrouwen op na omdat het regelmatig gebeurt dat de vrouw in het kraambed overlijdt. Om de stam in stand te houden is het handiger dat mannen zich aan meerdere vrouwen binden. Wat ook meespeelt in het feit dat polygynie gebruikelijker is, is dat de man wereldwijd een machtspositie bekleedt en dat het een teken van welvaart is om meer vrouwen te bezitten.
Onze cultuur heeft bepaald dat het effectiever is monogaam te zijn. Monogamie is diep ingesleten in onze traditie, maar niet de enige natuur of wens van ieder mens. Westerse monogamie is niet alleen gebruikelijk om SOA's de kop in te drukken, het draagt ook bij aan het functioneren van het economisch systeem: onze economie berust op het vormen van familieclusters. Ik denk niet dat monogamie aangeboren is, alhoewel veel mannen en vrouwen gedijen in het idee lange tijd met dezelfde partner te vertoeven zelfs levenslang, op basis van tevredenheid en gezamenlijke groei. Vele blijven eerder uit gewoonte dan uit liefde, omdat ze gewend zijn aan elkaar, al zijn ze niet echt gelukkig samen. Ze blijven bij elkaar vanuit angst om alleen te zijn, gemakzucht of bezitsdrang.
Mijn aard is niet enkelvoudig. Ik gedij beter in het verdelen van liefdevolle aandacht. Zo raak ik niet teveel gespitst op één individu. Ik hecht (klamp) makkelijk. Mijn ervaringen zijn rijker en ik voel me algeheel meer ontspannen als ik vormen van liefde deel met verschillende individuen die vanwege hun diverse aard ook diverse ervaringen met zich meebrengen. Ik ben sowieso in staat om van meer mensen tegelijk te houden. Ik heb best veel liefde om te delen, ben heel tactiel ingesteld. Ik hou van het gevoel van overvloed, dat er meer genoeg is voor ieder. Seksueel ben ik trouw aan één partner, dat geeft me rust. Seks gaat voor mij dieper dan lust en genot, meer een mystieke beleving die ik graag uitdiep met één vast lief. Intimiteit in de bredere zin van het woord, van uiterst open gesprekken, in elkaars armen liggen, masseren, knuffelen, deel ik met meer dan één. Niet dat ik dit opzoek. Als het zich aandient en ik voel aantrekking: iets in de ander tintelt me, geef ik daar (gedoseerd) aan toe.
Meervoudige liefde past bij me zolang ik me kan herinneren. Op mijn Nederlands examen in de middelbare school, ik was toen zestien, werd ik door mijn docent apart genomen. Hij vroeg om uitleg bij een ongewoon antwoord op een examenvraag. Er werd ons gevraagd een liefdesgedicht te interpreteren. De prins die aan zijn toenmalig gemalin beloofd werd (hij zag haar oprecht graag), werd stapelverliefd op de kamermeid. Hij zat in tweestrijd tussen de gedegen liefde voor zijn prinses en de warme gevoelens voor de kamermeid. De verwachte uitkomst zou zijn dat hij niet zou toegeven aan de gevoelens voor de kamermeid en het contact zou verbreken. Vanuit moraliteit en ethiek (sociale regels van het monogaam systeem) is dat te begrijpen. In mijn naïviteit, vond ik het alleen maar mooi om te houden van meer dan één. Hoe ermee om te gaan, daar had ik geen flauw benul van, maar het feit dat er warme gevoelens gekoesterd worden voor meer mensen tegelijkertijd voelt voor mij nog steeds niet als drama of bedreiging, eerder als een hele natuurlijke impuls. Zolang erover gepraat kan. Het verzwijgen of verbergen, daar heb ik oprecht moeite mee.
Het is me nog nooit gelukt om lange tijd slechts één lief te hebben. Er kwam altijd weer spontaan iemand mijn hartje binnengewandeld. Niet enkel vriendschappelijk, maar ik had warme gevoelens die niet de liefde vervingen die ik voor een andere voelde. Er hoefde niets uit voor te komen, het mogen voelen was genoeg. Is uiteindelijk monogamie, net als polygynie of polyandrie, een verzinsel van de Sapiens soort om de cultuur in stand te houden? Mogelijk wel. Misschien is de vorm van liefhebben eerder een persoonlijkheidskwestie. Dat meervoudige liefde bij een type mens past, zou kunnen. Met mijn Maan in Scorpio ben ik passioneel. Ik ben dol op verzadigde ervaringen die mijn passie voor de mens en het leven doen opflakkeren. Intens leven heeft mijn persoonlijke voorkeur. Ik doof uit in een traditioneel en routinematig huisje, tuintje constructie. Ik kan volmondig zeggen dat het economisch systeem te droog gevormd is voor mijn kunstenaarsziel. Het na-houden van muzes vind ik geen vreemd fenomeen. Onlangs knapte een band met een kunstenaarsvriend. Als twee dichters deelden we een vorm van liefde. Niet seksueel, die plek was bij ons beide al ingenomen.
Hij sprak in warme taal over zijn vrouw en kwam niets tekort bij haar, waar ik oprecht blij om was. Ik genoot ervan te luisteren naar de liefde die hij voor haar koesterde. Ik vond het mooi. Het laatste wat ik wilde was zijn relatie in gevaar brengen. Onze band was anders. We waren elkaars muze, we inspireerden mekaar tot het schrijven van poëzie. We lagen naast de haard om te dichten, met stokbrood, kaasplank en rode wijn. We zagen elkaar vrij zelden maar dat maakte niet uit. Enkele maanden verder kwam zijn vrouw erachter dat hij tijd met me had doorgebracht in een genegen band. Ik geloof dat ze vooral bang was dat zijn liefde voor haar in het gedrang zou komen. Ze maakte er een gigantisch drama van, beviel hem onmiddellijk te kiezen. Koos hij voor haar, dan moest hij alle contact met mij verbreken. Een begrijpelijke eis voor het handhaven van een relatiesysteem. Voor mij voelde dit als onredelijke claim en een hartverscheurende voorwaarde. Van de dag op de andere zijn we elkaar kwijtgeraakt. Er was geen opening om met drie te praten over welke omgang dan wel redelijk was, haalbaar. Met hem op café dichten was voor mij ook meer dan goed geweest. Ik ging doorheen allerlei emoties, ook ongeloof en woede omdat hij toestemde met haar strenge conditie. Nu ik verzacht, begrijp ik hun angst om elkaar te verliezen. Alhoewel ikzelf niets tekort kom in de band mijn geliefde nu, mis ik regelmatig het unieke van onze kunstenaarsband. Het is onvervangbaar omdat het die aparte kleur toevoegde aan het kleurpalet van mijn leven. En ja, het was niet ok om onze band te verzwijgen naar haar toe. Hij verzweeg het vanwege haar nultolerantie, dat een 'normaal' fenomeen blijkt wat 'het drama van meer lief' volop in de hand werkt: dat een extra geliefde niet mag en geheim gehouden wordt.
Net als scheiding, waar ook dikwijls een vreselijk drama van gemaakt wordt want je hebt een band voor het leven beloofd. Een leven lang samen blijven passen is eerder uitzondering is dan regel. Er zijn oudjes die nog steeds verliefd hand en hand lopen, dat is vooral bijzonder. Alhoewel ik snap dat er tegenwoordig een tendens is om vlug op te geven, niet doorheen conflict te gaan, weinig bereid om samen door te douwen. Verlatings- en bindingsangsten maken dat diepe connecties op veilige afstand gehouden worden. In elk geval, leven we in een tijd dat er ruimte ontstaat om te experimenteren met nieuwe vormen in de liefde.
Voor mij blijft het, over de gehele lijn, zoeken naar een middenweg die niet in strijd is met het systeem want daarmee in strijd zijn is uiterst vermoeiend; noch klakkeloos overneemt. Na de burn-out ben ik niet langer bereid regels voor lief aan te nemen, me tot in het onmogelijke aan te passen in hoe het hoort te zijn/gaan. Ik voel dat ik vooral zelf graag ervaar wat verschillende belevenissen met me doen, hoe ze me bewegen.
Mademoiselle Marteaux