Doorheen de ogen van het hart.

12-02-2024

Wat voelde ik me vaak beroerd in het verkeer.

Als de chauffeur weer eens uithaalde, heb ik me dat persoonlijk aangetrokken.

Mijn geduld werd op de proef gesteld door de roekeloze bestuurder die me de voorrang ontnam.

De gehaaste autorijder joeg me regelmatig op, in zijn bumper-aan-bumper.

Ik stond ter plekke steeds weer perplex in het harde woord van de razende automobilist.

De gespannen blik van de ontevreden weggebruiker bezorgde me evengoed een nerveuze impuls.

Omdat ik van inborst niet de meest assertieve persoon ben, schrok ik van die boze blikken, platvloerse handgebaren of vloekende woorden die ik achter glas niet kon horen, maar wel begreep. Meestal maakte ik dat ik zonder omkijken wegkwam want gedoe vermijden was mijn aanpak. Om een seconde verderop de spanning uit mijn lijf te puffen. Soms is er stress op de weg.Terwijl ik zonder verkeersagressie het best naar mijn zin heb in mijn bubbel op vier wielen. Het lijkt erop dat nogal wat mensen op de openbare weg een legale uitlaatklep vinden om alle frustraties die ze doorheen de dag opkroppen onderweg volledig uit te spuwen op de ander, om dan toch enigszins goedgemutst thuis te komen. Ik hoop tenminste dat het zover dan toch heeft gediend. Er zijn gelukkig ook nog genoeg bestuurders die gewoon genieten van even afschakelen in hun bubbel. Van hen heb ik geen last. Het lucht meer op om te schrijven over het lastige.

Die middag veranderde er iets in mij, toen in volle vaart een tractor van het veld richting straat reed. Hij had zin in prioriteit maar kreeg geen voorrang. Ik vertraagde wel. In die vertraging zag ik zijn ziedende blik die duidelijk maakte dat hij geen zin had in stoppen voor mij. Als gewoonlijk zou arrogantie mijn gezicht afgewend hebben naar een dode hoek waar ik niemand meer zou zien. Dat gebeurde deze keer niet. Ik keek hem recht in de ogen. Het was in die fractie van een seconde dat de tijd vertraagde. In die milliseconde voelde ik met hem mee. Ik voelde voorbij dat kwade gezicht, zijn pijn. Ik kon zijn ongeduld irrationeel begrijpen, al kende ik hem niet. Ook al kon ik onmogelijk weten waarom. Ik heb hem zacht aangekeken terwijl mijn auto voorbijreed. Er was niets weg te puffen deze keer want voor een keer was ik niet bang om die afwijzing die ik me steeds te fel aantrok.

Ik moet zeggen, het gaat nu beter met mij in het verkeer. Het gaat ook beter met me buiten het verkeer als mensen kwaad zijn. Ik ben dat namelijk meer gaan doen, verder kijken dan die boze reflectie op het netvlies. Voorbij die oppervlakkige weerspiegeling van geraas, voel ik steeds beter het razen van een gekwetst hart. Woorden komen tegenwoordig vrijwel altijd ongemakkelijk uit onze monden, omdat kwetsbaarheid ons is afgeleerd in een beschaving waarin haantje de voorste regeert. Schuld bijgevolg veel te makkelijk bij de ander ligt. Ik heb geen zin meer in bang wegkijken of boos uithalen, noch in het vinden van een schuldige.

Want, als ik naar je kijk door de ogen van mijn hart, dan leef ik met je mee. Dan voel ik jouw onmacht en word zacht. Dan herken ik dat rotgevoel. De pressie van opgestapelde emoties die al een hele tijd verbeten, dan eindelijk uitgespuugd moeten. Liefst een eind verderop, op een ander. Uit zelfbehoud. Om in ere te blijven. Omdat we eigenlijk zo teer zijn en toch zo sterk willen overkomen. Dan weet ik dat het niet automatisch mijn fout is. Dat ik in feite niet de oplossing ben voor jouw probleem. Ik kijk je voortaan recht in de ogen met begrip, ofschoon ik mijn voorrang behoud. Jouw kwaadheid ontroert me, ondanks dat, beroert het me verder niet meer zozeer. Zo kan ik verder. Zonder angst, zonder boosheid. Doorheen de ogen van het hart kan ik in mijn bubbel op vier wielen de wereld met milddadig begrip aankijken. En dat, maakt dan toch wel, een wereld van verschil.


Mademoiselle Marteaux