Los van de zweep?
Hou jij de zweep strak in handen of krijg jij regelmatig zweepslagen in dit leven? Ben je overwegend slachtoffer van situaties waar je onder gebukt gaat? Of herken je de dader in jou, die de regels bepaalt en touwtjes in handen neemt? Ik ben beide geweest, met een affiniteit voor zij die buigt. Daar was ik op een gegeven ogenblik klaar mee. Met dat besluit begon het grote werk. Het ombuigen van een doodgewoon èn hardnekkig patroon.
De eerste stap was het mezelf zien doen. Mezelf weggeven voor de heil van een ander. 'Als jij mij liefhebt, ben ik bereid mezelf op te geven', zover ging het. Als bleek dat mezelf weggeven nog niet genoeg was, ging ik vechten om alsnog erkenning te krijgen. In standje automatische piloot overleefde ik hoofdzakelijk in de schaduw van het dominante. In alles wat ik deed, zat er nauwelijks kwaliteit van mezelf. Ik deed maar wat, volledig gericht op de wensen van buiten. Wat buiten van mij vroeg, leverde ik aan. Wat buiten dacht, daar ging ik in mee. Wat buiten voelde, werd mijn gevoel. De eerste stap die it zette, was die van onbewust naar bewust lijden: inzien wat ik mezelf aandeed in de positie van onderdanige en dat voor de goedkeuring van het dominante rondom. Het dominante dat een enkeling kon zijn, een team, bedrijf of instelling en cultuur.
In het dagelijkse leven zie ik het spel terugkomen van de onderdanige en het dominante. Met natuurlijk alle grijstinten tussenin. Onze gewoonlijke omgang lijkt doorsapt van een 'Fifty Shades of Grey' sausje. Bepaal jij hoofdzakelijk de regels of volg je ze meestal? Als ik vanuit de onrustige leegte vooral doe wat anderen van me willen, word ik geleefd. Dan word elke minuut van mijn leven geconsumeerd door iets dat domineert. Op die manier raak ik mezelf kwijt. In het onbewust lijden verstrik ik net zolang tot ik inzie wat ik gewoon ben te doen. Als ik mijn plek niet inneem omdat ik voortdurend afgestemd ben op wat de wereld van me vraagt, dan wordt mijn inhoud alsmaar leger oftewel gevuld met wat eigenlijk niet bij mij past. Ik raak steeds verder van huis. Op die dwaalroute stel ik eindelijk de vraag: Waar blijf ik? Welk spel speel ik en in welke rol?
Zodra ik het mezelf zie doen, maak ik een overstap van onbewust lijden naar bewust lijden. Dat is enorm confronterend. Want zolang ik onbewust ben van mijn eigen gedrag kan ik mijn emotionele pijn bij de ander leggen. De schuld buiten mezelf laten. De andere vroeg het van me, dus wat kon ik anders? Zodra ik bewust wordt in welke rol ik mezelf verwikkel, kan ik alleen nog maar verantwoordelijkheid nemen over mijn gedrag. Dat is niet van de poes. Kijk jezelf maar eens aan in de spiegel met het schortje strak aangebonden of met de zweep in de hand. Je zou van minder wegkijken. Ik heb naar naar mezelf gekeken met kleine oogjes en vond het niet mooi om te zien. De lef om dit patroon aan te kijken, daar begint het mee. Ik doe het weer, mijn schortje gaat weer aan. Of mijn zweep slaat opnieuw flink raak. Ik kruip als gewoonlijk in mijn hoekje, ik sla weeral wild in het rond. Ik cijfer mezelf nog een keer weg, ik ga wederom flink uit mijn dak. Ik laat nog een keer over me heen walsen, ik loop voor de zoveelste keer over de ander heen. Ik heb niet genoeg rekening gehouden met mezelf, ik ben het contact kwijt met mijn lichaam. Ga zo maar even door, wat nog? Kijk naar jouw gedrag als een zachtmoedige moeder of vader die het kind in een impuls kattenkwaad ziet uithalen of onbedoeld een misstap ziet zetten en weet dat het per ongeluk gaat of dat het sterker is dan zichzelf. De overstap van bewust lijden naar bewust genieten, vraagt voor slaagkans vooral medegevoel. Je hoeft niets dwangmatig te veranderen, dat zorgt alleen voor ontgoocheling want een levenslang patroon verander je niet in één-twee-drie. Gewend gedrag gaat bliksemsnel. Je herhaalt het stramien nog voor je iets in de gaten hebt. De cirkelgang herkennen en eruit losbreken, lukt alleen met engelengeduld, met nog meer zelfcompassie en met een flinke portie humor die jou luchtig toelacht: Nou dan, ik doet het weer, ha!
Ik zit nog volop in dat bewust lijden. Ik zie mijn gedrag vaak genoeg de mist ingaan, vooral in verbinding met buiten. Als ik in overdrive ga, de ander hierbij niet laat uitspreken of invul vanuit dat overenthousiasme. Als ik teveel heb ingepland op een dag, mijn planning bij gevolg niet uitkomt, mijn goede voornemens een soep zootje worden en tot grote ergernis van omstaanders beloftes in 't water vallen. Als ik voor de zoveelste keer overbelast met hangende pootjes huiswaarts keer. Als ik keuzestress krijg door teveel afgestemd te zijn op wat de ander wil. Tja. Ik leer mild kijken naar mijn bloopers, kan er meer om lachen. Wat lucht dat op zeg! Met één been zit ik frequenter in het bewust genieten. Dan zit ik stevig in mijn kern en lekker in mijn vel. Ik weet beter hoe mezelf op te vullen met inhoud die bij me past, ongeacht wat de ander daarvan vindt. Ik voel me niet zodanig meer de rebel tegen het leven. De rebel voor het leven kiest partij voor mijn inhoud en zo word ik elke dag een beetje meer mijn beste vriend. Ik begin mezelf te laten zien zoals ik ben met de talenten die ik van nature heb, ook al wijken die af van het normaal. Ik gun mezelf de ruimte die ik nodig heb om weer heel te worden. Ik kruis eigentijd aan in mijn agenda. Ik vind tools om met verstrooiing om te gaan. Ik lach om flaters zelfs al kan de ander er niet mee lachen. Elke liefdevolle zet uit zelfzorg geeft mij genieten. Ik speel (soms) met het dominante en submissive spel en neem het leven ruim een ton minder zwaar. Als ik klaargespeeld ben, spitst mijn toewijding zich op wat ik kom brengen zonder dominantie of onderdanigheid. Los van de zweep, kan ik Zijn.
Mademoiselle Marteaux