Ik wil bloot zijn en beginnen.

Ik wil bloot zijn en
beginnen.
Ontmantel nu mijn kuisheid.
Riem mijn remmingen.
Rits mijn gêne dicht.
Verknoop mijn schroom.
Ruk de velcro van het aardige,
en klit mij vrij.
Ontdoe mij van mijn nette plooien.
Ontkleed me bij de drempel.
Naakter dan een molrat
wil ik voor jou verschijnen.
Open en bloot voor jou staan,
in al mijn rillende.
Leg mijn naakte weifel op tafel.
Kleur me uit de lijntjes. Zet knipjes buiten het gekend ontwerp.
Stik mijn timiditeit aaneen van rechts naar links.
Draai de draadrichting van fatsoen averechts.
Rimpel het rimpelloze maar vooral,
vermaak mij niet te braaf.
Hecht mijn gemanierde af.
Speld mij ongebonden weer aan.
Verstevig mijn losbandige. Middenachter. Middenvoor.
Plak de breuklijn van licht en zeden vast met bonte biaisband.
Maak plissé van het stijfsel dat mij weerhoudt,
om uit te komen in die lichtvaardige schik.
Te kijk gezet in evakostuum.
In dat ontuchtig speelse poseren.
Jij, die gekleed even naakt bent als ik,
kijk niet weg van mijn inborst.
Verlost van keurslijf en zonder kraagjes,
niets meer naar behoren.
Geen zelfkant meer, geen buitenrand.
Ontbloot tot achter het spiernaakte.
Onthuld langsheen de ware aard,
Vrij van patroon laat ik mij zien.
Als ik ben. Als jij bent.
Als wij zijn.
Mademoiselle Marteaux