Openen voor het leven.
Lief komt. Lief gaat. Vriend komt. Vriend gaat. Werk komt. Werk gaat. Uitkering komt. Uitkering gaat. Voorspoed komt. Voorspoed gaat. Teleurstelling komt. Teleurstelling gaat. Gevoelens komen. Gevoelens gaan. Gedachten komen. Gedachten gaan. Nieuw lief komt. Nieuw lief gaat. Vriend verschijnt. Vriend vertrekt. Nieuw werk breekt aan. Nieuw werk verdwijnt. Daar is de uitkering. Daar gaat uitkering weer. Ik voel voorspoed. Weg is voorspoed. Teleurstelling kleeft aan. Teleurstelling laat los. Gevoelens tikken aan. Even gauw als ze komen, zakken ze weg.
Wat vastgehouden wil, valt weg. Wat volgehouden moet, geeft op. Wat blijven zou, vertrekt. Zomaar ineens. Als het erop lijkt dat ik het leven in de smiezen krijg, gebeurt het ondenkbare. Het hoogst onverwachte. Iets wat ik totaal niet zag aankomen of zelfs onmogelijk had kunnen bedenken. Omgaan met verandering is een thema in mijn leven. Ik ben vast niet de enige die uitgedaagd wordt door de veranderlijkheid van het leven. Ik ben geen enkeling overspoeld door de versnelde loop van deze tijd. Verrassend onvoorspelbaar is het.
Meer dan ooit vraagt het veerkracht. Wie niet stuiteren kan, gaat onderuit. Wie vasthoudt aan het oude, raakt achterop. Bounce back om je weerbaarheid te verhogen, zegt Google. Rebound om overeind te blijven in een wereld waarin dit huidige tijdstip alweer achterhaald is. Laatst had ik om vier een afspraak bij een vastbureau. Eén voorziene plus twee onvoorziene wegomleggingen verlaatten mijn aankomsttijd. Onderweg mislukte een poging om het bureau in te lichten dat ik vastzat in het verkeer. Doorverbonden met een infonummer legde toets drie me formeel uit dat afspraken enkel online gewijzigd konden. Om elf na vier stond ik voor de gesloten deur bij de ingang van het kantoorgebouw. Er werkten mensen, deden niet open. Voor diezelfde deur logde ik in op mijn account, las dat mijn afspraak om vier uur stipt verviel. Ruim een uur gereden voor niets en diezelfde weg terug te gaan zonder dossier in handen. Ik zakte doorheen de grond van frustratie. Deze nultolerantie wakkerde in mij een vette vleug nostalgie aan. Waar is de tijd dat kantoren opengingen van negen tot vijf, dat we binnenliepen als ons best uitkwam, een nummertje trokken om met een boek in handen geduldig onze beurt afwachtten? Een ongeduldige wereld in razendsnelle ontwikkeling vraagt souplesse om rond haarspeldbochten te dansen en vlot voorbij expansiekronkels te hinkelen. De handigheid om over klokwijzers te snellen, zonder al teveel kleerscheuren door benauwenissen heen te dringen. Onthoud dat als je ondanks alle moeite toch tuimelt, er niet persé iets mis is met je. Ik heb te lang aangenomen dat het probleem alleen bij mij lag. De wereld draait dol, wij draaien uit gewoonte mee. De wereld overdrijft, wij drijven mee over. Doe als het riet, buig mee maar breek niet. Dat zei Lao Tzu.
Het lijkt alsof het leven van me vraagt om los te laten vooraleer ik de kans krijg vast te houden. Hoe doen mensen dat, vraag ik me af. Lief en werk meer dan een jaar houden. Als ik droom van verpozen in een toestand die morgen ook nog is, verzucht ik. Mijn leven wiebelt, schuift door, valt achterover, snelt vooruit, trilt ter plekke, verroert zich, grijpt aan en laat los. Er beweegt immens veel rondom mij. De versnelling is soms niet bij te benen. Er gaat geen dag voorbij zonder afwisseling. Zo buiten zo binnen, is een spreuk. Ja, ik ben het beweeglijk type. Flegmatiek zit niet in mijn karakter. Het leven is veel te interessant om te stagneren in het onveranderlijke. Elke ochtend sta ik op met nieuwe vraagtekens, diezelfde avonds sluit ik de ogen met minstens één vraagteken erbij. Die aangeboren avonturier is sterk vertegenwoordigd. Niet dat voortdurend veranderen altijd gewild is. Ik verlang soms naar een lief en werkgever om duurzaam mee te rebouncen in groeistoten, tussendoor samen op adem komen. Vooral in de liefde word ik uitgedaagd. 'k Heb er alles aan gedaan om het gewilde dichtbij te houden. Ik sloot de man in mijn hand. Op een gegeven ogenblik verslapte mijn geloof in: iets of iemand blijft voor lang. Het duwde me zachtjes richting een nieuwe overtuiging: Tob niet, het komt toch anders. Morgen is een nieuwe dag. Ik opende mijn hand. Als je troebel water laat rusten, wordt het water vanzelf weer helder. Ook dat zei Lao Tzu.
Uit angst om te verliezen greep ik het graag geziene stevig vast en zo heb ik alsmaar verloren in dit leven. Met willen grijpen naar zekerheid, viel die zekerheid uit bange handen. Zoveel is gekomen en gegaan dat ik die handen nu leer openhouden voor wat zich aandient in het moment. Ontmoetingen landen een poosje op mijn palm. Ervaringen bezoeken eventjes die openstaande vlakte. Het toeval blijft liggen tot een vlaag de verdere weg beslist. Als ik mijn hand wijd openstel voor het leven, voelt iets of iemand zich vrij om daar te zijn. Of niet. Ik ontdek dat als ik niet grijperig ben, de angst vermindert om te verliezen. Als de angst mindert voor kwijtraken, kan ik van iets of iemand genieten zonder vastbinden. Ik verbind me ermee. Als ik een basis uitstraal die op zichzelf kan staan en verder weinig behoeft, blijft mijn hand nooit lang leeg. In een tevreden hand voelt niemand zich beklemd. Als ik mij kan openen voor het leven zoals het naar me toekomt in het hier en nu. Als ik mij laat verrassen door toevalligheden, verbaas ik me dat het leven meer dan genoeg biedt. In toegankelijkheid bloeien vriendschappen open. Uit ontvankelijkheid ontspringen belevenissen. Op geopende handen vrijt het leven met me. Als we uitgevreeën zijn, als de springfontein uitgedrupt is of vrienden vervolgen hun pad, kan ik steeds duidelijker voelen dat zolang ik mij openvouw voor het leven in dat vertrouwen, ik nimmer te weinig zal zijn en nooit meer tekort zal komen. Ik ontkurk zo de logos met zijn beklemmende angst opdat mijn ontzegelde hand zich vult met toevalligheden die in de eerder gesloten omslag gevuld met vaste patronen kansloos waren. Dat loshaken ruilt weerstand in voor zachtmoedigheid, stugheid voor veerkracht. Het verzet zich het minst, het stroomt door. Het snelt niet, het vertraagt. Het knakt niet, het buigt mee. Al trillen vingers soms uit begeerte en traant angstzweet om een nakend afscheid. Ik laat het gaan. Morgen is een nieuwe dag. Zolang ik mijn blik, hart en handen kan openhouden voor de verrassingen die het leven in petto heeft, schenkt het mij bij de vleet. Verrassingen die mijn blik verruimen. Die mijn hart warmen en mijn handen beminnen. De wijze grijpt niet, daarom verlies hij niet. Lao Tzu.
Mademoiselle Marteaux